In deze bijdrage wordt een lans gebroken voor een groter aandeel van de zintuiglijkheid bij de kennisverwerving in het algemeen. Er wordt daarbij in grote mate ingespeeld op de mogelijkheden van de moderne technologie en van de ICT-toepassingen in het bijzonder. Deze maken het immers mogelijk om op interactieve wijze met de werkelijkheid om te gaan op een manier die afwijkt van de overwegend digitale modus van de traditionele kennisoverdracht. Het is een uitdagende evolutie, die grote gevolgen heeft voor de (...) invulling van het onderwijs. De analoge modus heeft echter ook haar rechten, omdat ze heel wat rijker is dan het beperkte begrippenkader dat vaak op een bijna totalitaire wijze op de werkelijkheid wordt losgelaten. We willen daarom graag aansluiten bij de moderne opvatting over een leerling als een lerend en adaptief systeem. Centraal in deze opvatting staat de interactie met de werkelijkheid en de mogelijkheid om hierbij gebruik te maken van “tools” en “interfaces”. De tools hebben zowel betrekking op de waarneming als op de actie, en er zijn ook cognitieve tools. Het gebruik van computertechnologie maakt het verder mogelijk om ook op het vlak van de interfaces heel sterk in te grijpen. -/- . (shrink)

Aesthetic normativity is the core issue of philosophical aesthetics. It cannot be solved by statistical knowledge or neurophysiology, nor by evolutionary explanation. I argue that aesthetic normativity concerns how we see things. We can see things wrongly and by suitable prompting someone may help us seeing it aright. So aesthetic normativity is to do with human interaction.

Hogescholen zijn dienstbaar aan de samenleving, zo valt te lezen in de strategische onderwijsagenda van het hoger beroepsonderwijs. Maar wat houdt deze publieke functie precies in? Het gedachtegoed van politiek denker Hannah Arendt biedt docenten en beleidsmakers ten minste drie handelingsperspectieven. De auteur illustreert deze drie perspectieven met voorbeelden uit de onderwijspraktijk.

Schopenhauer’s pessimism, aesthetic contemplation and the value of art According to Schopenhauer, the aesthetic contemplation of art temporarily offers some kind of redemption: art is valuable because of its liberating effect on the spectator’s will, i.e. his or her urges, strivings and desires. He also acknowledges that works of art have cognitive value, since they offer insight into timeless Platonic Ideas. I argue that Schopenhauer is right to acknowledge the cognitive value of art, but that his aesthetic Platonism is flawed (...) and thus cannot offer a solid foundation for the envisaged redemption, let alone for human happiness. By confronting Schopenhauer’s aesthetic theory with some aspects of Kant’s, I aim to show that by disentangling Schopenhauer’s theory from Platonism and focusing on his psychology of aesthetic contemplation we can provide a more plausible view of aesthetic contemplation, which is compatible with Schopenhauerian pessimism as well as with the possibility of human happiness. (shrink)

Das Problem der dialogischen Dimension der Wahrheit wird im Ausgang von drei verschiedenen Positionen behandelt. Eine erste Sicht ergibt sich aus der transzendentalen Auffassung der Sprache, wie sie in Wilhelm Kamlahs und Paul Lorenzens Werk „Logische Propädeutik” mit groszer Eindringlichkeit und Klarheit vertreten wird. Die Konsensustheorie der Wahrheit, zu der sich beide Verfasser bekennen, stellt zweifellos einen Fortschritt gegenüber allen bisherigen Formulierungen des Prinzips der Verifizierbarkeit dar. Die Frage kann allerdings gestellt werden, ob Kamlah und Lorenzen dabei nicht stillschweigend gewisse (...) Einsichten der philosophischen Anthropologie und der Ontologie verwerten. Das ethische Moment, das dem Verlangen nach Wahrheit innewohnt, steht im Mittelpunkt der Philosophie des Emmanuel Levinas. Der Verfasser gruppiert in freier Weise gewisse Denkmotive, die in den Artikeln „La Philosophie et l'Idée de l'Infini” und „Liberté et Commandement” zu finden sind. Erfassung der Wahrheit erfordert insoferne eine heteronome Haltung, als sich der Erkennende dem Gesetz des anderen unterwerfen musz, das er erkennen will. Andererseits kann ihm Wahrheit nicht „auferlegt” werden. Der Erkennende musz sie sich in Freiheit und gemäsz dem Gesetz seines cogito eigen machen ; sie ist demnach das Resultat seines autonomen Denkens. Der Gegensatz zwischen heteronomer Rezeptivität und autonomer Aktivität könnte in erster Instanz durch den Begriff der „Ueberredung” versöhnt werden. Levinas legt jedoch den Nachdruck auf den Umstand, dasz auch dem beredten und logisch zwingende Diskurs etwas Fundamentales vorhergehen musz : die Erfahrung des Antlitzes des Anderen. Eine dritte Reihe von Betrachtungen stammt von dem Verfasser. Er wirft die Frage auf, ob die von Kamiah und Lorenzen entworfene Konsensustheorie nicht allzusehr auf relativ statische Verhältnisse auf dem Gebiet des Wissenschaftsbetriebes abgestimmt ist. Infolge einer wissenschaftlichen Revolution kann u.a. die für den Konsensus erforderliche intersubjektiv normierte Sprache fehlen. In einer derartigen Situation kann auch die Gemeinschaft der zeitgenössischen Spezialisten nicht die letzte Instanz bilden, die endgültig über Wahrheit und Unwahrheit entscheidet. Der Konsensus, den der verantwortungsbewuszte Entdecker, Erneuerer und Reformator des wissenschaftlichen Lebens anstrebt, besteht daher in der inneren Uebereinstimmung mit einer idealen, nicht mit einer empirisch aufzeigbaren Gemeinschaft. (shrink)

Amsterdam University Press is a leading publisher of academic books, journals and textbooks in the Humanities and Social Sciences. Our aim is to make current research available to scholars, students, innovators, and the general public. AUP stands for scholarly excellence, global presence, and engagement with the international academic community.

Amsterdam University Press is a leading publisher of academic books, journals and textbooks in the Humanities and Social Sciences. Our aim is to make current research available to scholars, students, innovators, and the general public. AUP stands for scholarly excellence, global presence, and engagement with the international academic community.

Morele perceptie is het vermogen om de bijzonderheid van een morele ontmoeting en de implicaties daarvan voor te stellen en te interpreteren. Met behulp van de ecologische benadering van perceptie die is ontwikkeld door de psychologen James Gibson en Ulric Neisser wordt in dit artikel beargumenteerd dat de ervaring van dansers een ecologisch model biedt om morele situaties en de handelingsopties daarin waar te nemen en te verbeelden. Dit model biedt een visie op morele actoren als zelfbewuste, belichaamde actoren die (...) hun handelingen als onderdeel van sociale praktijken waarnemen. Ook kan dit ecologische begrip van het zelf dat door dans tot leven wordt gewekt helpen om het vermogen tot morele waarneming en verbeelding verder te ontwikkelen. (shrink)

La conscience, par laquelle nous sommes présents au monde, emprunte à notre corps la triple forme des dimensions spatiales que Descartes appelait „longum, latum et profundum” ; la diversité de ces dimensions est due à la manière plus ou moins intégrale dont l'être humain s'engage dans cette présence. I. En effet, l'engagement peut se limiter à la connaissance contemplative, c.-à-d., la connaissance qui ne passe pas aux actes. L'appareil imaginaire qui sert de symbole pour exprimer cette conscience d'autrui et du (...) monde, est emprunté aux gestes peu engagés des mains et des bras, au mouvement horizontal des yeux, le reste du corps étant plus ou moins impassible. Cette manière d'être présent constitue la dimension horizontale de la largeur, dimension qui correspond avec la largeur du corps, des bras étendus, de l'horizon. L'engagement devient plus intégral quand je fais l'effort de redresser mon corps, quand je me lève pour me mettre au travail et pour surmonter les difficultés qu'implique toute réalisation technique : ici, la présence au monde n'est plus seulement connaissance elle devient, dans et par le travail, emploi des moyens et maîtrise du monde. Par cette présence plus engagée et plus complexe, la conscience constitue une seconde dimension, celle de la hauteur qui vient s'ajouter à la largeur. L'effort que je dois faire pour acquérir ou créer une valeur est comparé avec l'effort à réaliser quand je redresse mon corps ; on compare la valeur du travail et l'effort de se lever. La quantité d'argent qui représente la valeur du travail ou d'un objet est un salaire ou un prix qui „monte” ; il permet de „monter” sur l'échelle sociale, de „subordonner” autrui. Cependant, l'être de la contemplation et de l'emploi des moyens est tel que ceux-ci ne trouvent pas leur sens en eux-mêmes ; ils renvoient à la présence qui entraîne la complexité totale de la personne humaine, au sens que l'homme cherche par la totalité de son engagement. L'attention à la vie, l'inclination vers le bien qui nous attire constitue une troisième dimension, celle du lointain. Le geste du corps qui représente cette attention est la marche en avant ; il est entamé par la „conversion”, le geste de l'homme qui détourne la face de ce qu'il déteste, pour la diriger vers ce qui l'attire il se prolonge dans le rapprochement, le mouvement qui fait disparaître les distances. II. La réflexion sur la structure respective des ces dimensions peut nous aider à mieux entrevoir le sens et la structure du langage humain. En effet, celui-ci est un comportement, un ensemble structuré de mouvements corporels : les modifications du visage, les mouvements du bras, la ligne des attitudes corporelles sont les gestes par lesquels l'intériorité, la transcendance ou l'intentionalité de l'homme se fait être-avecautrui. Le langage n'est pas seulement moyen de communication ; il est encore accès à l'intériorité et à la transcendance d'autrui. On devient homme en apprenant à structurer les mouvements corporels qui constituent le langage. III. Ceci ne veut pas dire qu'en analysant le langage on explore la totalité de l'être humain. La vie elle-même, dans laquelle les dimensions corporelles trouvent leur origine et à la laquelle elles doivent leur constitution, ne parvient jamais à exprimer dans le langage la totalité de ce qu'elle est. Mais dans l'analogie croissante des concepts et des gestes, attestée par l'histoire de la langue et de la culture humaine, elle montre une tendance constante à l'intériorisation et à la transcendance. (shrink)

This article discusses Kant's and Schopenhauer's analyses of the feeling of the sublime. The focus is on the relationship between their ethics and aesthetics. It is argued that the kantian-schopenhauerian analysis of the sublime reveals an insurmountable fissure at the heart of subjectivity. This points out that a dialectical interpretation of kantian-schopenhauerian aesthetics, that reduces the sublime feeling to a kind of bridge or passage (Übergang) from the beautiful to the good is not without complications. Although this is not always (...) explicitly acknowledged by Kant and Schopenhauer, some of their remarks show that the sublime feeling confronts the subject affectively with the impossibility to coincide with itself. In the first section, it is shown that the sublime in Kant cannot be fully explained by interpreting it merely as the (preparatory) feeling of a kind of ethical superiority. Moreover, in the light of recent developments in art history (which offers sundry examples of the extremely sublime to the abject), the ethical mediation of sublime communicability as it is offered by Kant and Schopenhauer (section 2) can no longer be defended as valid alternatives. As is claimed in section 3, a deep tragic heterogeneity manifests itself in an exemplary way in the affective ambivalence typical of the sublime feeling, which cannot be ethically or dialectically recuperated. (shrink)

Spiritual value and business ethics in halal label on Indonesian products.

In de jaren vijftig raakte Michel Foucault gefascineerd door de fenomenologische psychologie. Vanaf de jaren zestig echter presenteert hij zichzelf als een ‘structuralist’ die slechts anonieme talige en architectonische structuren wil analyseren en die met nadruk wil afzien van elke interesse in de mens als individu of als subject. De psycholoog in hemzelf wordt als het ware hartstochtelijk verdrongen. Toch is er ook in het geval van Foucault sprake van een onvermijdelijke terugkeer van het verdrongene. Een belangrijk symptoom hiervan vormt (...) zijn opvallend ambivalente houding jegens de psychoanalyse. In zijn werk tekent zich een levenslange polemiek af met Freud, soms expliciet, doorgaans impliciet. Ondanks onmiskenbare sporen van latente bewondering en fascinatie blijft wantrouwen domineren. Steen des aanstoots vormen Freuds Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie uit 1905. Volgens Foucault spreekt hieruit een medicalisering van de seksualiteit, die zich uit in medicaliserende technieken zoals het oprakelen en uitspreken van verlangens en de classificatie van ‘normale’ en ‘perverse’ vormen van seksualiteit. (shrink)

Destroy this temple’: Ethical dimensions in John 2:13–22? The question asked is to what extent could one speak of ethical dynamics in the Gospel of John, even in cases where there is no surface level textual evidence for the presence of ethical material? It is argued that through the process of rereading, which is invited by the Johannine text as performative text, ethical dimensions are highlighted in texts where such emphases were not apparent at the first reading. As example the (...) events at the temple, narrated in John 2:13–22, are analysed. (shrink)

Dimensi sosial manusia telah lama menjadi subjek telaah filsafat sebagai wujud kesadaran bahwa manusia adalah zoon politikon (Aristoteles) atau homo sociale (Seneca). Pertanyaan umum yang biasa diajukan adalah, apakah manusia memang mampu bertindak secara altruistik, atau apakah manusia memiliki empati alamiah. Analisis ini tentu saja tidak dimonopoli oleh filsafat saja. Belakangan ini, ilmu-ilmu alam dan sosial seperti ekonomi, sosiobiologi, dan neurosains juga terlibat dalam studi atas dimensi yang dipandang khas pada manusia ini. Dalam ranah yang disebut sebagai “ekonomi eksperimental,”’ misalnya, (...) dipelajari perilaku kerjasama antarindividu yang hasilnya diharapkan dapat menjelaskan dasar perilaku sosial manusia. Dalam buku yang terdiri atas empat bab besar ini dianalisis berbagai pandangan mengenai relasi sosial manusia dalam konteks antropologi interdisipliner. Pengarang memperlihatkan perbedaan pandangan mengenai sosialitas dalam setiap bidang ilmu. Dalam disiplin neuroekonomi, sosialitas dipahami sebagai struktur preferensi perilaku manusia yang berakar pada neurobiologi. Dalam fenomenologi sosial dan etika, istilah ini mengacu pada struktur dasar perbedaan dan relasionalitas dalam relasi antarmanusia. Teologi sendiri melihat sosialitas sebagai struktur relasi manusia dengan Tuhan dan sesama. Pengarang buku ini menunjukkan bahwa konsep mengenai aspek sosial manusia dalam bidang-bidang ini memang tidak sama, dan karena itu, pemahaman mengenai sosialitas manusia perlu dibangun berdasarkan konteks disiplin yang bersangkutan........................... Pembahasan atas topik sosialitas dalam buku ini memang sangat luas dan kaya karena melibatkan banyak pemikir dalam bidang ini seperti Hannah Arendt, Thomas Hobbes, Ernesto Laclau, Chantal Mouffe, Axel Honneth, Charles Taylor, Paul Ricoeur, dan Emmanuel Levinas. Dalam pemaparan mengenai relasi antarmanusia dari sudut teologis, pemikiran filsuf-teolog Søren Kierkegaard banyak sekali digunakan. Di satu sisi, kehadiran begitu banyak pemikir dalam buku ini dapat membuat pembaca kewalahan dalam memahami isinya. Di sisi lain, hal ini justru dapat dilihat sebagai salah satu kekayaan buku ini, yang dapat membuka wawasan pembaca dan mengajaknya untuk lebih mendalami pemikiran tokoh tertentu sesuai dengan minatnya. Seluruh studi ini membawa pengarang kepada kesimpulan bahwa hakikat sosialitas manusia tidak- lah dapat dipahami hanya dengan membandingkannya dengan sosialitas hewan, sebagaimana biasanya dilakukan. Pada akhirnya, hakikat ke- manusiaan, termasuk sosialitasnya, akan tersingkap dalam relasi dan interaksi konkret antarmanusia, entah bersifat positif atau negatif. Hanya dengan demikian kita akan memahami siapakah diri kita yang sesungguh- nya sebagai manusia. (Thomas Hidya Tjaya, Program Studi Ilmu Filsafat, Sekolah Tinggi Filsafat Driyarkara, Jakarta). (shrink)

Although Descartes’ Meditations on First Philosophy seems to be an especially theoretical work, this essay argues that reading the Meditations as a work of pure theory conceals an important dimensi...

Child-centered education has become pervasive due to its emphasis on freedom, which is highly valued in modern society. This progressive approach has brought an inquiry into the teacher’s authority which is viewed as traditional and irrelevant for students today. This essay aims to step back and to explore the concept of the teacher’s ‘authority’ more deeply through Hannah Arendt’s writing entitled “The Crisis in Education”. It begins by analyzing what Arendt means by the ‘crisis’ in education, particularly in the American (...) context. Then, by departing from the progressive interpretation, I re-examine the concept of ‘authority’ and its relation to ‘freedom’, based on ancient Greek and Roman understandings. Drawing on these analyses, Arendt asserts that teachers play a significant role because they prepare students to love and care for the world (amor mundi). Nevertheless, I argue that a teacher’s authority must also include attention to the private realm that continues impacting students’ learning at schools. Only in this way are students genuinely prepared for their responsibility as political agents in our society. Abstrak Pendidikan yang berpusat pada anak menjadi kian populer karena sangat menekankan kebebasan, sesuatu yang sedemikian dijunjung tinggi oleh masyarakat modern. Pendekatan progresif ini membuat otoritas guru lantas dipertanyakan, karena dianggap terlalu tradisional dan tidak relevan lagi. Artikel ini ingin menelusuri konsep ‘otoritas’ guru secara lebih mendalam melalui tulisan filsuf Hannah Arendt yang berjudul “The Crisis in Education”. Pertama, akan diselidiki makna ‘krisis’ dalam konteks Pendidikan di USA. Kedua, sedikit menyimpang dari tafsiran progresif dan dengan menimba inspirasi dari pemahaman Yunani dan Romawi kuno, artikel ini hendak menilai kembali makna ‘otoritas’ dan relasinya dengan ‘kebebasan’. Ketiga, berdasarkan analisis makna ‘otoritas’ tersebut, Arendt menegaskan bahwa guru memainkan peran krusial karena merekalah yang menyiapkan siswa untuk mencintai dan peduli kepada dunia sekitarnya (amor mundi). Penulis berpendapat lebih lanjut bahwa otoritas guru harus memperhatikan dimensi privat yang sangat memengaruhi proses pembelajaran siswa di sekolah. Hanya dengan demikian siswa dapat sungguh siap untuk kemudian memikul tanggung jawab sebagai aktor-aktor politis dalam masyarakat. Kata-kata kunci: otoritas, kebebasan, pendidikan-berpusat-pada-anak, dimensi privat, dimensi politis, amor mundi. (shrink)

Vaak wordt gesteld dat ongelijkheid een individuele verantwoordelijkheid is. Om sociale ongelijkheid te verkleinen zoekt men dan de oplossingen in het ondersteunen van individuen. Maar daarbij wordt meestal voorbijgegaan aan de morele dimensies van ongelijkheid, en aan het belang van de groep of de netwerken waarin mensen wonen, werken en leven. De essays in dit boek, gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten, tonen aan dat juist die groepsdimensie een zeer belangrijk perspectief is, waaraan in beleidsoplossingen te vaak voorbij wordt gegaan. (...) 0Als je leven niet loopt zoals je dat voor ogen hebt, is dat dan je eigen schuld of hangt dat wellicht met meer zaken samen? Iedereen weet dat omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen: Waar ben je geboren? Welk netwerk heb je tot je beschikking? Toch worden bij pogingen om de ongelijkheid in de wereld te reduceren in de eerste plaats individuele oplossingen aangedragen. Dit boek laat voor de verschillende domeinen in de samenleving als de zorg, het onderwijs, werk, migratie en milieu zien hoe dat (niet) werkt. (shrink)

Ten aanzien van Europa is de vraag aan de orde of de doelstellingen louter materieel en economisch zouden moeten zijn of ook ideëel. De auteur ervaart een geestelijke dimensie aan zijn plaats als Duitser in Europa en wil aan het verleden van Europa een plaats geven in zijn leven. Het is problematisch dat cultureel erfgoed grotendeels in musea wordt geplaatst, buiten het dagelijks leven. Het belang van een robuuste gemeenschapszin en van geestelijke waarden. Ethiek veronderstelt een beeld van de (...) mensen als stoffelijk en geestelijk. De menselijke rede is niet sterk genoeg om een juist gebruik van vrijheid te garanderen en vrijheid moet door verantwoordelijkheidsgevoel worden beteugeld. Iets vergelijkbaars geldt voor het denken over schoonheid. 'Ik ben ervan overtuigd dat we de kunst nodig hebben om dat gezonde verstand te voeden zonder welk geen enkele politieke constructie op lange termijn zal standhouden.' We hebben de kunst nodig om ons te helpen een ideaal van menselijkheid te behouden. (shrink)

Schönberg liet zijn pogingen om Igisch te componeren vergezeld gaan met kritische en analytische geschriften. Hij wilde, net als vele andere kritische intellectuelen van zijn tijd, een authentieke Weense muziekcultuur ontwikkelen, die zich tegen de heersende esthetische smaak keerde. Zijn hekel aan populaire muziek was eerder gegrond op morele dan op esthetische overwegingen. Mooie muziek leidt tot dagdromen en niet tot nadenken, vond hij. Zijn werk eist een aktieve deelname van de luisteraar, die de idee achter de muziek (...) moet trachten te vinden. (shrink)

Het lijdt geen twijfel dat er nog veel werk moet worden verzet om methoden en middelen te vinden om deze stoutmoedige dimensie van Mahlers late verbeelding tot vrucht te brengen waarvan ik meen dat deze nog steeds niet naar behoren in onze concertzalen en opnamestudio’s te horen is geweest. Wellicht zullen Mahler-vertolkers van toekomstige generaties, met name slagwerkers, deze arbeid voortzetten. Een mooiere nalatenschap kan ik me niet wensen. Bovendien, als we in de toekomst Mahlers koebellen kunnen horen als (...) symbool van een vrede die nog steeds moet worden gesticht, wie weet -- misschien, misschien, misschien -- zal de wereld waarin we allemaal leven en die door geweld wordt geteisterd, ten slotte luisteren en proberen dit verre visioen te verwezenlijken.’. (shrink)

Desarrollo de algunas relaciones conceptuales entre una teor a del conocimiento y una teor a de la sociedad. Para ello, se analizan problemas de historia de la ciencia y conceptos tales como verdad y racionalidad. Finalmente, se argumenta contra la idea de que los enfoques sociol gicos y filos ficos del conocimiento que consideran seriamente la dimensi n social quedan comprometidos con concepciones convencionalistas.

In de kunsttheorie zijn er verschillende opvattingen over wat we zien of beoordelen als we een schilderij voor ons hebben die niet gericht zijn op de esthetische aspecten van het kunstwerk zelf. Analoog daaraan komen we in de ethiek ook interpretaties tegen van wát we zien of beoordelen als we morele aspecten van de wereld bekijken die niet over de ethische aspecten van de wereld zelf gaan. In dit artikel betoog ik dat beide het mis hebben: zowel in de (...) kunst als in de ethiek is het zinvol om te kijken naar de esthetische of ethische aspecten van de werkelijkheid zelf. (shrink)

Een van de recente ontwikkelingen binnen evolutiepsychologie is het onderzoek naar evolutionaire esthetica, of darwinistisch geïnspireerd onderzoek naar de kwalitatieve beoordeling van natuurlijke en artificiële stimuli. Esthetica wordt in de westerse traditie echter traditioneel vanuit filosofisch en speculatief oogpunt benaderd. Ik illustreer de ontwikkeling van evolutionaire esthetica binnen een groter kader van wetenschappelijk en empirisch onderzoek, en argumenteer dat schijnbare tegenstellingen zoals deze tussen objectiviteit en subjectiviteit in esthetische oordelen geen stand houden. De kritieken die ten aanzien van evolutionaire (...) esthetica worden geuit, gaan verkeerdelijk uit van de vermeende onverzoenbaarheid van de filosofische en wetenschappelijke studie van esthetica. One of the more recent developments in the field of evolutionary psychology is research on evolutionary aesthetics, otherwise stated: darwinian inspired inquiries into qualitative judgements of natural and aesthetic stimuli. Western thought traditionally approaches aesthetics from a philosophical and conjectural point of view. I illustrate the development of evolutionary aesthetics within a broader framework of scientific and empirical research, and argue that apparent contrasts such as objectivity and subjectivity in aesthetic judgement do not turn out to be valid. Critiques of evolutionary aesthetics wrongly assume the conflicting nature of philosophical and evolutionary aesthetics. (shrink)

Pentingnya sejumlah metode yang lengkap dalam memahami agama, khususnya untuk mengerti fenomen religius yang beraneka ragam di semua bidang, terkait hubungan agama dengan ekonomi, politik, psiko-pedagogi, antropologi, sosiologi, komunikasi, lingkungan hidup serta kultur, dan hubungan agama dengan nilai-nilai kemanusiaan seperti hak-hak asasi, kebebasan, keadilan, jender dan keluarga, dalam rangka pemahaman beragama yang berakal budi. Karena itu, metode-metodenya haruslah ilmiah dan dapat diuji. Ilmiah atas fakta religius yang memuat cara berkepercayaan dan cara menghidupinya ; dan dapat diuji dalam dimensi metafisik atau (...) teologis maupun dalam relevansi historis, kultural dan sosial, dan dalam relasi dengan fenomen-fenomen religius. Lebih tepat bila segenap metode yang dibutuhkan itu, kita sebut “pendekatan antropologis yang utuh menyeluruh”, yang berpeluang masuk ke dalam konteks keseharian kultural, untuk pertama-tama berefleksi atas keaneka-ragaman fenomen keberagamaan dan kebenaran agama dalam pengertian metafisik. Maka, tulisan ini akan bertitik-tolak dari antropologi holistik, kemudian disusul oleh peran disiplin ilmu fenomenologi, dan diakhiri dengan perlunya pengajuan filsafat hermeneutika untuk menjodohkan keyakinan dengan kritik, iman dengan filsafat, demi pemahaman rasional atas berbagai fenomen religius yang kompleks dan rumit. (shrink)

Er was een niet te overbruggen kloof tussen de officiële barok-cultuur van het Habsburgse keizerrijk en het kritisch modernisme van de late negentiende eeuw. Herman Broch was een van de moderne schrijvers, die het meest afwijzend tegenover de officiële esthetische normen stond. Ook als politieke balling in de Verenigde Staten bleef hij een gelouterd verlichtingsidee aanhangen, dat hem met de na-oorlogse sociale filosoof Habermas verbindt.

In zijn Doktor Faustus lijkt Thomas Mann te willen zeggen dat culturele fijnzinnigheid weinig waarborgen biedt tegen zedelijk verval. Wolin onderschrijft deze stelling van Mann. Bij esthetische waardering oordelen we strikt volgens formele criteria - de innerlijke geslaagdheid van een esthetisch object - ongeacht de doelen, zelfs de morele doelen. Moderne democratie heeft het nodig dat de individuen een mondig ethisch oordeelsvermogen ontwikkelen. Een hoogontwikkeld cultureel leven biedt slechts een beperkte bijdrage aan het welslagen van moderne democratie. Bespreking van (...) het aristocratische liberalisme van Tocqueville en anderen. 'Een van de slachtoffers van de moderne kunst - en meer nog van de postmoderne kunst - is het idee geweest dat de kunst iets zou moeten zijn dat "adelt" of "verheft".' In de wereld van onze tijd, waarin het kwaad nog lang niet ten grave is gedragen, lijkt hoog-cultureel elitisme een onvoorstelbare luxe. Maar wat is de zin van de kunst als zij prozaïsch wil zijn? (shrink)

Due to the impression that Bruno Latour rejects epistemology, his thought is often considered as part of postmodernism and relativism. This essays will show that this impression is misleading. The target of Latour's critique is the modern paradigm that dichotomizes absolutely between ontology and epistemology, as in subject—object and nature—society. Latour succeeded in showing that modern epistemology is not absolute. To do so, he included a two-dimensional variable in one-dimensional insertions, with the example of a generic scheme created by a (...) variant of the SSK school. The consequence is a priori ontological postponement, with various models of possible scales of values on the schema. For this reason, the principle of symmetry and the use of neutral language that can include (suspend) various ontologies so that epistemic knowledge can be obtained in reality (such as the alignment of humans—non-humans, and actors—actants), becomes important in scientific practice. This essay draws a conclusion with some critical notes and provides a kind of offer as a further consequence of the examination of Bruno Latour’s epistemology Abstrak Kesan bahwa Bruno Latour menolak epistemologi telah membuat pemikirannya kerap dimasukkan ke kategori pascamodernisme dan relativisme. Tulisan ini hendak menunjukkan bahwa kesan tersebut keliru. Sebetulnya sasaran kritik Latour adalah paradigma modern yang mendikotomikan secara absolut antara ontologi dan epistemologi, seperti pada subjek–objek dan alam–masyarakat. Latour memperlihatkan bahwa epistemologi modern itu tidaklah absolut. Caranya, ia memasukkan variabel dua dimensi pada pengutuban satu dimensi, dengan contoh skema generik yang dibuat oleh varian dari mazhab SSK. Konsekuensinya adalah penundaan apriori ontologis, dengan beraneka model kemungkinan skala nilai pada skema. Untuk itu, prinsip simetri dan penggunaan bahasa netral yang dapat mencakupi (penangguhan) pelbagai ontologi agar pengetahuan epistemik dapat diperoleh senyata-nyatanya (seperti kesejajaran manusia—non-manusia, dan aktor—aktan) menjadi penting dalam praktik keilmuan. Di akhir tulisan, penulis memberikan beberapa catatan kritis, serta semacam tawaran sebagai konsekuensi lebih jauh atas pemeriksaan epistemologi Bruno Latour. Kata-kata kunci: epistmeologi, paradigma non-modern, epistemologi moluska, prinsip simetri, meta-modern, aktor-aktan. (shrink)

Berikut ini diperkenalkan tiga buku yang ditulis oleh para dosen Sekolah Tinggi Filsafat dan Teologi Widya Sasana di Malang tentang bagaimana Gereja Katolik perlu menempatkan diri dalam ruang publik Indonesia. Fokus buku pertama, tulisan Prof. Dr. Armada Riyanto (2014), adalah ajaran sosial Gereja Katolik, jadi ajaran mengenai bagaimana Gereja Katolik memahami panggilannya dalam masyarakat yang sekaligus menjadi ruang publiknya. Sepintas alur buku ini dapat mem- bingungkan karena penulis suka melancong ke pelbagai bidang sam- pingan, apalagi ia tidak menjelaskan susunan bukunya. (...) Namun kekaya- an buku ini justru terletak dalam luasnya acuan, penjelasan pelbagai latar belakang, serta perhatian pada konteks-konteks ajaran sosial Gereja yang diangkat penulis. Dengan demikian pembaca dibantu dalam mencari bagaimana umat Katolik Indonesia dapat memberikan sum- bangannya bagi bangsanya dalam segala pergulatannya. Bagian kedua, mulai dari bab ke-10, memasuki situasi umat Katolik Indonesia sebagai minoritas yang sepertinya masih “kurang memiliki” (187). Bertolak dari catatan bahwa waktu Congregatio Missionis (Romo-romo CM) mengam-bil alih wilayah Jawa Timur dari romo-romo Yesuit hanya ada 40 umat Katolik Jawa tercatat (hal. 203), bab 11 menjelaskan kesulitan yang dialami Gereja Katolik sejak dari permulaan abad ke-19 dalam bergiat di Hindia Belanda. Namun kemudian dijelaskan bagaimana orang Katolik Jawa, di antara- nya Pak Kasimo, sebelum Kemerdekaan sudah berjuang sebagai nasionalis Indonesia tulen. Bagian ketiga, dimulai dari bab 12, membahas sifat dialogal ajaran sosial Gereja dalam pelbagai dimensi. Bahwa iman dan teologi Gereja secara hakiki bersifat dialogal merupakan kesadaran teologis (dan sosiologis) baru. Daripada hanya berpegang teguh pada suatu ajaran yang sudah membatu menjadi tradisi, lalu dibawa begitu saja ke dalam dunia, Gereja menyadari bahwa iman maupun teologinya selalu bergerak dalam medan masyarakat di mana Gereja berhadapan dengan segala macam pemikiran dan tanta-ngan. Dengan sifat dialogal dimaksud bahwa iman dan teologi Gereja mau tak mau terwujud dalam menghadapi tantangan-tantangan itu. Kekuatan buku Prof. Armada ini adalah bahwa ia menempatkan ajaran sosial Gereja yang pokok-pokoknya sudah sering diuraikan ke dalam pelbagai konteks, dengan implikasi-implikasi dan acuan pada pelbagai pengalaman Gereja. Pembaca menemukan banyak petunjuk bagaimana ajaran sosial Gereja Katolik dapat menjadi inspirasi bagi umat Katolik Indonesia. Ada juga beberapa kelemahan. Tidak ada daftar nama. Dan barangkali cakupan uraiannya terlalu luas. Misalnya uraian panjang lebar tentang paham Platon dan Aristoteles tentang keadilan sebenarnya kurang relevan, begitu pula uraian tentang perkembangan pemikiran filosofis tentang demokrasi. Padahal pertanyaan sangat relevan, yang muncul di banyak negara, bagaimana sebuah minoritas berpartisipasi dalam sistem demokrasi tidak didiskusilan. Mengapa fungsi suatu Partai Katolik di Indonesia tidak diangkat, padahal seku- rang-kurangnya sudah tiga kali menjadi debat besar dan panas dalam umat Katolik Indonesia: 1960 di zaman demokrasi terpimpin, 1971 sesudah pemilihan umum pertama di bawah presiden Suharto, dan 1999 di masa reformasi. Betul, persepsi “kemiskinan struktural” dibuka dengan Rerum Novarum (h. 24), tetapi istilah itu sendiri tidak ditemukan di dalamnya, melainkan berasal dari teologi pembebasan. Karena penulis menganggap “pluralisme” tak punya arti di luar “pluralitas,” penulis tidak masuk ke dalam kontroversi tajam tentang pluralisme di Indone- sia. Fatwa MUI tentang pluralisme tidak didiskusi-kan. Uraian panjang tentang pendidikan Katolik yang sangat optimis tinggal normatif. Padahal dalam kenyataan Gereja Katolik, juga di Indonesia, biasanya justru mempertahankan pegangan eksklusif atas pendidikan. Dalam kaitan ini seharusnya penolakan UU Sisdiknas — dengan keharusan memberikan pelajaran agama kepada para siswa sesuai dengan agama mereka — oleh sebagian besar penanggap Katolik didiskusikan. Namun kekurangan-kekurangan ini tidak menghilangkan bahwa buku ini amat memperkaya pustaka Katolik berbahasa Indonesia tentang panggilan Gereja, juga panggilan Gereja Indonesia, dalam masyarakat (Franz Magnis-Suseno, Guru Besar Ilmu Filsafat Emeritus, Sekolah Tinggi Filsafat Driyarkara, Jakarta). (shrink)

AM Hendropriyono 2021, Filsafat Intelijen. Sebuah Esai ke Arah Landasan Berpikir, Strategi, serta Refleksi Kasus-kasus Aktual, Jakarta: PT Hedropriyono Strategic Consulting. Bagi seorang "filosof emeritus" ("filosof afkiran") seperti penulis buku Hendropriyono menarik karena menjadi kelihatan bagaimana seorang 0tokoh yang profesinya jauh dari filsafat dapat memanfaatkan pendekatan filosofis. Yang dimaksud Hendropriyono dengan "filsafat Intelijens" memang bukan filsafat seperti filsafat moral atau filsafat politik atau filsafat manusia. Melainkan filsafat sebagai cara seorang tokoh inteligens Indonesia menjalankan tugasnya, mengumpulkan pengetahuan tentang ancaman-ancaman tersembunyi yang (...) dihadapi suatu negara, dalam kasus ini, Indonesia. Dalam definisi Hendropriyono: "Filsafat intelijen memahami keamanan sebagai suatu kebebasan dari bahaya yang mengancam personal, informasi, komunikasi, pernaskahan fisik dan non-fisik serta lingkungan hidup manusia" h. 103). Hendropriyono memperlihatkan bagaimana ketajaman filosofis dapat membantu melihat realitas dari pelbagai segi, menghindar misalnya dari tiga sikap keliru klasik yang sudah diangkat oleh para filosof Yunani, sofisme, paralogisme dan sikap echolalian (h. 56), sadar akan perangkap logical fallacies seperti argumentasi ad hominem, sikap latah (bandwagon), kesimpulan yang tergesa-gesa (hasty generalization), menganggap A disebabkan B hanya karena terjadi sesudah B (post hoc, bukan propter hoc), dikotomi keliru, circular reasoning dan membiarkan diri dibawa sesat karena mengikuti suatu red herring (h. 133 s.). Pendekatan filosofis akan membuat was-was terhadap "pemikrian konspirasi", informasi top-down dan hoaks. Dalam bukunya Hendropriyono membawa pendekatan filosofis itu pada kejadian-kejadian di dekade-dekade terakhir. Msalnya Arab spring dengan pergolakan-pergolakan luar biasa yang mengikutinya: Mesir dengan semangat demokrasi yang justru membawa Ikhwanul Muslimen ke puncak kekuasaan, hanya untuk kemudian digulingkan oleh Jendral Siwi dengan dukungan Al Azhar dan Gereja Koptik. Kekacauan luar biasa di Siria dan Irak di mana Amerika Serikat mendukung gerakan demokratis dengan harapan bisa menggulingkan diktator Bashar al-Assad, hanya untuk akhirnya malah menjadi pendukung ISIS - yang menyingkirkan gerakan demokratis - karena Assad didukung oleh Rusia dan Iran. Sebelumnya Amerika Serikat juga dengan logika kepentingannya membuat kacau Haiti: Sesudah Amerika mendukung Jean-Bertrand Aristide, presiden pertama Haiti yang dipilih secara demokratis, yang menggantikan diktator "Baby Doc" Duvalier, tetapi karena Aristide dianggap terlalu kiri, Amerika mendukung penggulingannya; sampai sekarang Haiti kacau. Dan ada contoh logical dan political fallacies lain yang dianalisa, misalnya perang proxy di Afganistan. Tentu Hendropriyono juga memakai pendekatan filsafat untuk melihat pekembangan di Indonesia. Amendemen UUD 1946 pasca reformasi, masalah Papua, gejala populisme, keberhasilan deradikalisasi seperti misalnya terwujud dalam Pondok Pesantren Al-Zaitun. Sama dengan alm. Romo Nikolaus Drijarkara Hendropriyono menunjukkan bahwa "Sila Pancasila yang Ke II, Kemanusiaan yang Adil dan Beradab, merupakan landasan bagi implementasi seluruh sila-sila dalam Pancasila" (142). Tentu ada juga beberapa kesalahan. Perang Napoleon tentu berlangsung di abad ke-18 dan permulaan abad ke-19 (h. 29), Hitler berkuasa di Jerman tahun 1933 (h. 38), demonstrasi dua Desember (212) terjadi di tahun 2017, bukan 2016 (56), dan PD II bukannya diadakan untuk menjatuhkan Hitler, melainkan yang memulainya memang Hitler (146). Buku ini sekaligus membuat pembaca paham bagaimana Hendropriyono melihat realitas politik, baik di Indonesia maupuan situasi internasional. Ia bermaksud menunjukkan bagaimana "kacamata" filsafat membantu untuk memahami apa yang terjadi dalam dimensi politik, dimensi utama yang mau dilindungi dari kejahatan oleh aparat inteligence. Suatu buku yang cukup khas. Franz Magnis-Suseno. (shrink)

Studie van de oud-direkteur van het Humanistisch Verbond over een verantwoorde humanistische levenshouding, waarin ook de religieuze dimensie een plaats heeft.

‘De huidige ‘‘consensus van het midden’’ is niet -- zoals vaak wordt beweerd -- een blijk van vooruitgang van de democratie, maar een reëel gevaar voor haar toekomst. Het ontbreken van een agonistisch debat tussen de democratische partijen en van een confrontatie tussen verschillende politieke stromingen heeft het de burgers onmogelijk gemaakt zich te identificeren met een gedifferentieerd scala aan democratische politieke identiteiten. Dit heeft een vacuüm geschapen dat in toenemende mate door rechts-populistische partijen wordt gevuld. Zij vervangen de afgezwakte (...) tegenstelling tussen links en rechts door een nieuwe wij-zij-tegenstelling die wordt opgebouwd rond de tegenstelling tussen ‘‘de bevolking’’ en ‘‘het establishment’’. Het is nodig om te beseffen dat ondanks de voorspelde verdwijning van collectieve identiteiten en de vermeende overwinning van het individualisme, de collectieve dimensie niet uit de politiek kan worden verwijderd. Als ze niet beschikbaar zijn via de traditionele politieke kanalen, zullen collectieve vormen van identificaties worden aangeboden in andere vormen, die veel minder vatbaar zijn voor democratische beïnvloeding. Als de maatschappelijke tweedeling niet meer kan worden weergegeven als een verdeling in links en rechts, kunnen gevoelens niet langer worden gekanaliseerd in de richting van democratische doelen en kunnen conflicten een vorm aannemen die de democratische instituties in gevaar brengt.’. (shrink)

Penelitian ini bertujuan untuk membantah pernyataan kaum materialisme yang cenderung menolak keberadaan jiwa sebagai dimensi yang penting bagi manusia khususnya yang berkaitan dengan pendidikan. Adapun latar belakang masalahnya adalah aliran materialism menyatakan bahwa realitas fisiklah yang hakiki dan kelompok ini juga menolak adanya realitas immateri. Dalam kaitannya dengan pendidikan fisiklah yang berperan secara total dalam proses abstraksi. Dengan pendidikan dimaksudkan dapat menjadikan manusia semakin baik dan mampu meningkatkan ekonomi yang lebih baik pula. Disamping itu, Pendidikan kaum borjuis disebut sebagai proses (...) produksi, yakni memproduksi pengetahuan, manusia yang bisa mereka gunakan dalam kehidupan kapitalisme. Tujuan pendidikan semacam ini akan mereduksi makna pendidikan sebagai sarana untuk mengembangkan kemampuan dan potensi yang dimiliki manusia. Potensi ruhaniah manusia akan terlupakan dan tidak penting untuk dikembang dengan maksimal. Oleh karenanya penulis menyanggah argumen diatas menggunakan pemikiran Ikhwan AL-Shafa yang menyatakan bahwa pendidikan pada dasarnya adalah proses aktualisasi potensi-potensi jiwa yang bertujuan untuk mendekatkan diri kepada sang pencipta. Jika keberhasilan pendidikan materialisme diukur dengan berhasilnya seseorang dalam peningkatan kualitas sosial dan meningkatkan kualitas hidupnya sedangkan keberhasilan pendidikan menurut Ikhwan Al-Shafa adalah apabila manusia mampu mencerminkan akhlak yang mulia dan semakin dekat dengan tuhannya. Metode yang penulis gunakan dalam penelitan ini adalah metode deskriptif dan analaisis dengan mengacu pada sumber-sumber primer Rasail Ikhwan Al-Shafa dan sekunder yang terkait dengan penelitian ini. Kesimpulan penelitaian ini adalah pendidikan tidak bisa dilepaskan dengan aspek immateri berupa jiwa yang mana segala potensi yang terdapat pada manusia bersumber pada potensi jiwa, selain itu jiwa juga menjadi penggerak raga dalam melaksanakan setiap aktifitasnya. Dengan demikian, jiwalah yang menjadi dasar dalam pendidikan manusia bukan berbasis pada materi. (shrink)

Chantal Mouffe herneemt de centrale gedachte van Carl Schmitt dat de antagonistische relatie tussen vriend en vijand constitutief is voor het politieke. Anders dan bij Schmitt leidt die idee bij haar tot een links en radicaal democratisch model voor een pluralistische samenleving. Een juiste appreciatie van de niet te elimineren politieke dimensie van strijd geeft aanleiding tot een kritische evaluatie van het politieke liberalisme van John Rawls en de deliberatieve democratie van Jürgen Habermas. Tegelijkertijd werpt Mouffe daarbij een nieuw (...) licht op enkele recente politieke fenomenen, zoals de opkomst van rechtse populistische partijen in Europa en de internationale ‘oorlog tegen het terrorisme’. (shrink)

Abstrak: Dalam pengantar pada karyanya Phenomenology of Perception, Merleau-Ponty praktis mengidentikkan filsafat dengan fenomenologi sebagai usaha untuk mempelajari kembali bagaimana cara melihat dunia. Dalam upaya tersebut ia mengajak pembaca, mengikuti slogan khas fenomenologi Husserl, untuk kembali ke permulaan atau bendabenda itu sendiri. Yang menarik adalah bahwa permulaan yang dianalisis oleh Merleau-Ponty justru tubuh manusia, sebuah dimensi yang cenderung dipandang rendah dalam sejarah filsafat Barat. Ia tidak sendirian dalam hal ini, mengingat dalam fenomenologinya Levinas juga menekankan sensibilitas sebagai locus etika. Menurut (...) penulis, gerakan fenomenologi menuju hal yang sensibel (the sensible) ini tidaklah mengubah hakikat filsafat sebagai usaha untuk mencari asal mula realitas. Realitas yang tersingkap dalam orientasi demikian justru menjadi lebih integral dan komprehensif daripada apa yang selama ini dikenal dalam sejarah filsafat dan sains. Meskipun demikian, orientasi pada pengalaman konkret manusia untuk menggali dasar realitas secara potensial menimbulkan masalah bagi fenomenologi itu sendiri yang selalu ingin kembali ke permulaan. Kata-kata Kunci: Fenomenologi, asal mula, permulaan, ada-dalam-dunia, sains. Abstract: In the Preface to his work Phenomenology of Perception Merleau-Ponty virtually identifies philosophy with phenomenology as a way of relearning to see the world. For this purpose he invites the reader, following the catchphrase in Husserl’s phenomenology, to return to the beginning or the things themselves. What is interesting is that the beginning that Merleau-Ponty analyzes is the human body, which belongs to a dimension that tends to be despised in the history of Western philosophy. He is not alone in this type of investigation, as Levinas also emphasizes sensibility as the locus of ethics. The author argues that the phenomenological movement towards the sensible does not alter the nature of philosophy as an attempt to seek for the nature of reality. The reality as disclosed in this analysis can be more integral and comprehensive than what is usually presented in the history of philosophy and science. The orientation towards the concrete dimension of human life in search for the foundation of reality, however, may cause a problem for phenomenology itself insofar as it always tries to return to the beginning. Keywords: Phenomenology, origin, beginning, being-in-the-world, science. (shrink)

Bundel filosofische voordrachten over de object-kenmerken van voorwerpen van esthetisch welgevallen.

In their struggle against the capitalist colonization of desire, Christianity and Buddhism offer similar strategies of fundamental formation or transformation of human desire. This article examines three specific features in which Christianity and Buddhism share a broad and deep resemblance in their analysis of on the dynamics of human desire and its transformation. First, both traditions identify distorted human desire as a source of bondage (or suffering), which affects the mind (intellectual), the heart (affective) and the body. Second, in terms (...) of the strategy of liberation from this bondage, both agree that human desiring constitutes the most effective internal force available in the human make up itself. Thus, the liberation process is not aimed at wiping out human desire but rather at channeling the very power of human desiring through a process of education whose dynamics are understood as an ascent or a journey that leads to higher (or deeper) Reality. Third, with regard to the direction of liberation, both traditions assert that this process should be directed not only toward the self but also towards others. Here the benefit for others, the virtue of caritas in Christianity and bodhicitta in Buddhism, constitutes a fundamental part of the direction of this process of formation. Keywords: Christianity, Buddhism, desire, capitalism, bondage,transformation, caritas, bodhicitta. Abstrak: Dalam perlawanan mereka terhadap kolonisasi hasrat oleh kapitalisme, tradisi Budhis dan Kristiani menawarkan cara-cara yang mirip untuk mendidik atau mentransformasi hasrat manusia. Artikel ini membahas tiga unsur penting yang sama dari analisis Budhisme dan Kristianitas mengenai dinamika hasrat manusia dan transformasinya. Pertama, kedua tradisi ini mengidentifikasi hasrat manusia yang rusak atau salah arah sebagai sebab dasariah dari penderitaan manusia. Kerusakan hasrat ini juga mempengaruhi dimensi intelektual, afektif dan juga tubuh manusia. Kedua, perihal cara pembebasan dari penderitaan ini, kedua tradisi ini juga sepakat bahwa hasrat manusia merupakan dayainternal paling efektif dalam diri manusia sendiri. Karena itu, proses pembebasan ini tidak dimaksudkan untuk membuang hasrat dari kemanusiaan, melainkan untuk menyalurkan daya hasrat ini melalui proses transformasi yang berdinamika “mendaki,” sebuah perjalanan menuju Realitas yang lebih tinggi atau dalam. Ketiga, mengenai arah pembebasan ini, kedua tradisi menekankan bahwa proses ini ditujukan tidak hanya untuk diri sendiri melainkan juga sesama. Dalam hal ini, kepentingan sesama seperti diungkapkan oleh keutamaan caritas dalam Kristianitas dan bodhicitta dalam Budhisme merupakan bagian dasariah dari arah transformasi hasrat manusia itu sendiri. Kata-kata kunci: Kristianitas, Budhisme, hasrat, kapitalisme, penderitaan, transformasi, caritas, bodhicitta. (shrink)

Scruton werpt de vraag op of na de gebeurtenissen in twintigste eeuw onze cultuur nog geloofwaardig is, of cultuur misschien een kortstondig moment in de geschiedenis is, een fase die we nu bezig zouden zijn te verlaten. Hij besteedt in zijn essay aandacht aan de begrippen cultuur, kitsch en esthetische waarden.