Kunst en democratie in de eenentwintigste eeuw
Nexus 42 (
2005)
Copy
BIBTEX
Abstract
In zijn Doktor Faustus lijkt Thomas Mann te willen zeggen dat culturele fijnzinnigheid weinig waarborgen biedt tegen zedelijk verval. Wolin onderschrijft deze stelling van Mann. Bij esthetische waardering oordelen we strikt volgens formele criteria - de innerlijke geslaagdheid van een esthetisch object - ongeacht de doelen, zelfs de morele doelen. Moderne democratie heeft het nodig dat de individuen een mondig ethisch oordeelsvermogen ontwikkelen. Een hoogontwikkeld cultureel leven biedt slechts een beperkte bijdrage aan het welslagen van moderne democratie. Bespreking van het aristocratische liberalisme van Tocqueville en anderen. 'Een van de slachtoffers van de moderne kunst - en meer nog van de postmoderne kunst - is het idee geweest dat de kunst iets zou moeten zijn dat "adelt" of "verheft".' In de wereld van onze tijd, waarin het kwaad nog lang niet ten grave is gedragen, lijkt hoog-cultureel elitisme een onvoorstelbare luxe. Maar wat is de zin van de kunst als zij prozaïsch wil zijn?