In deze bijdrage wordt een lans gebroken voor een groter aandeel van de zintuiglijkheid bij de kennisverwerving in het algemeen. Er wordt daarbij in grote mate ingespeeld op de mogelijkheden van de moderne technologie en van de ICT-toepassingen in het bijzonder. Deze maken het immers mogelijk om op interactieve wijze met de werkelijkheid om te gaan op een manier die afwijkt van de overwegend digitale modus van de traditionele kennisoverdracht. Het is een uitdagende evolutie, die grote gevolgen heeft voor de (...) invulling van het onderwijs. De analoge modus heeft echter ook haar rechten, omdat ze heel wat rijker is dan het beperkte begrippenkader dat vaak op een bijna totalitaire wijze op de werkelijkheid wordt losgelaten. We willen daarom graag aansluiten bij de moderne opvatting over een leerling als een lerend en adaptief systeem. Centraal in deze opvatting staat de interactie met de werkelijkheid en de mogelijkheid om hierbij gebruik te maken van “tools” en “interfaces”. De tools hebben zowel betrekking op de waarneming als op de actie, en er zijn ook cognitieve tools. Het gebruik van computertechnologie maakt het verder mogelijk om ook op het vlak van de interfaces heel sterk in te grijpen. -/- . (shrink)

In de kunsttheorie zijn er verschillende opvattingen over wat we zien of beoordelen als we een schilderij voor ons hebben die niet gericht zijn op de esthetische aspecten van het kunstwerk zelf. Analoog daaraan komen we in de ethiek ook interpretaties tegen van wát we zien of beoordelen als we morele aspecten van de wereld bekijken die niet over de ethische aspecten van de wereld zelf gaan. In dit artikel betoog ik dat beide het mis hebben: zowel in de (...) kunst als in de ethiek is het zinvol om te kijken naar de esthetische of ethische aspecten van de werkelijkheid zelf. (shrink)

De mens is in de afgelopen drie eeuwen vaak vergeleken met allerlei soorten machines. In de achttiende eeuw was de klokmetafoor tamelijk populair; psychologische termen als ‘drijfveer’, ‘van slag raken’ en ‘opgewonden zijn’ herinneren hier nog aan [Vroon and Draaisma, 1985]. In de negentiende eeuw overheerste de stoommachine-metafoor. De psychologie van Freud wordt wel als een uitgewerkte versie van deze metafoor beschouwd [Russelmann, 1983]. Ook uitdrukkingen als ‘uitlaatkleppen’, ‘stoom afblazen’ en ‘iemand opstoken’ zijn eraan te danken. De stoommachine-metafoor wordt nog (...) steeds serieus genomen. Zo pleegt men de menselijke geest in de nieuwe ‘dynamische’ school in de cognitieve wetenschappen bij voorkeur te vergelijken met James Watts centrifugale regulateur (1788), het apparaat dat ervoor zorgt dat een stoommachine op een constant snelheid werkt [van Gelder, 1995, 1998]. De laatste vijftig jaar komt men de metafoor van de seri¨ele digitale computer vaak tegen. Een PC is een voorbeeld van zo’n computer. Hij is serieel omdat de centrale processor slechts ´e´en berekening tegelijk kan uitvoeren; hij is digitaal omdat hij alleen met gehele getallen kan omgaan. Het voorbeeld bij uitstek van een seri¨ele digitale computer is de Turing-machine, waarover aanstonds meer. De seri¨ele digitale computer metafoor is op verschillende manieren op mensen toegepast. Zo beschouwen sommigen de gehele mens als een computer van dit type, terwijl anderen menen dat de afzonderlijke zenuwcellen op deze manier beschreven kunnen worden. In het onderstaande zal ik de vraag bespreken in hoeverre men de mens, of onderdelen van de mens, inderdaad als seri¨ele digitale computer mag opvatten. Ik zal laten zien dat deze vergelijking maar een beperkte waarde heeft. Het valt niet uit te sluiten dat de mens in computationeel opzicht een veel sterker of zwakker soort machine is dan de Turing-machine. (shrink)

The issue of violent extremism has given rise to new policy debates in Norway. A key limitation of these debates, often grounded in naïve assumptions about the peacebuilding effect of education, is the downplay of emotions and dissent in democratic engagement. This article analyses how selected educators in Norway describe encountering and engaging with extremist students for educational interventional purposes. Previous research suggests that educational efforts to counter violent extremism can be exclusionary from the perspective of target audiences. In contrast, (...) this study draws on agonistic pluralism to provide an alternative to understand educational approaches that may help students disengage from violent extremism. The findings show that the selected educators argue the importance of trust, support and tolerance when engaging with extremist students. For these professionals, education should not downplay radical or extreme emotions but rather place them at the centre of educational engagement. Furthermore, it is suggested that educators’ empathic engagement may open the path for young people to disengage from violent extremism. (shrink)

We investigate a hitherto under-considered avenue of response for the logical pluralist to collapse worries. In particular, we note that standard forms of the collapse arguments seem to require significant order-theoretic assumptions, namely that the collection of admissible logics for the pluralist should be closed under meets and joins. We consider some reasons for rejecting this assumption, noting some prima facie plausible constraints on the class of admissible logics which would lead a pluralist admitting those logics to resist such closure (...) conditions. (shrink)

This article puts forward a novel class of Bézier smooth semi-supervised support vector machines(BS4VMs) for classification. As is well known, semi-supervised support vector machine is introduced for dealing with quantities of unlabeled data in the real world. Labeled data is utilized to train the algorithm and then adapting it to classify the unlabeled data. However, the objective semi-supervised function is not differentiable globally. It is required to endure heavy burden in solving two quadratic programming problems with inversion matrix operation. To (...) solve this problem, the interpolation Bézier functions for replacing the non-smooth term have been investigated. Firstly, the development of the novel BS4VMs classifier is introduced. Then, the non-linear model and convergence analysis are presented. To show how the BS4VMs can be practically implemented, experiments on synthetic and real data sets are offered. The theoretical analysis and experiments comparisons clearly illustrate the BS4VMs are superior to the proposed methods in both cross-validation classification accuracy and calculating time. (shrink)

This study explores the relevance which the adoption of children has gained in the German and in the English speaking theological ethical discourse and proposes that a combination of normative and hermeneutical factors will contribute to an ethical assessment of adoption. A core objective of the study is to implement openness as a Protestant value into the practice of adoption placement. It is argued that theories of enablement serve as a theoretical framework for an ethics of adoption.

En este texto Jean-Luc Marion ofrece una lectura crítica de la interpretación derridiana de Dionisio, aclarando su propia posición respecto de la teología mística. A partir de un análisis de cada una de las cuatro objeciones presentadas por Derrida, Marion presenta la tercera vía, la vía de la de-nominación; analiza el estatus de la alabanza y de la plegaria; distingue la mística de la metafísica de la presencia y de la ontoteología; y delinea los rasgos del fenómeno de la revelación.

En la Poética, Aristóteles define la metáfora como la transferencia de un nombre de un dominio extraño a otro. Si, como en la doctrina clásica de los tropos, vemos en ella un término figurado, que sustituye al término propio, la metáfora reviste un valor puramente ornamental y el discurso podría en principio prescindir de ella. La metáfora moderna, en cambio, tiene la ambición de ofrecer una redescripción del mundo, es una metáfora viva, y por tanto cognitiva. La cuestión es saber (...) en qué medida esa concepción cognitiva de la metáfora puede apoyarse en el análisis de Aristóteles, como Ricœur lo hace. La respuesta es sí, pero no, dado que la cognición de la cuál Aristóteles habla con relación a la metáfora es una cognición de tipo especial, una “cuasi-cognición”. (shrink)

Abordaré la crítica de Axel Honneth a la primera Escuela de Frankfurt y su aparente omisión de Herbert Marcuse. Defenderé a Marcuse contra algunas de las críticas hechas por Honneth a la teoría crítica temprana de la Escuela de Frankfurt. Luego argumentaré que Marcuse siempre estuvo en busca de una subjetividad radical, incluso cuando advirtió contra los mecanismos unidimensionales en curso de producción de sujetos. Finalmente, mostraré que Honneth también construye su proyecto en torno a la búsqueda de una subjetividad (...) radical, pero aborda el problema a través de una teoría de la intersubjetividad que complementa el proyecto de Marcuse. (shrink)