Abstract
Wie ‘Mill’ zegt, zegt in eerste instantie bovenal ‘vrijheid’ en ‘utilisme’. In hun onderling verband vormen deze begrippen nog steeds een sterke verwoording van het zelfbegrip van de moderne mens. In de maakbare, nieuwe wereld van het modernisme ervaart de mens de mogelijkheid en wenselijkheid, de wereld naar eigen inzicht en ontwerp in te richten. Daarbij verlangt hij zo veel mogelijk verschoond blijven van onderdrukkende, traditionele, paternalistische machten, of die nu van de overheid komen of uit de samenleving. Richtsnoer vormt niet meer louter de morele wet die hij zichzelf oplegt, of door anderen opgelegd krijgt, maar het systeem van sociale wetten zoals dat wordt geformuleerd in de positieve wetenschap: de economie en de sociologie