Utrecht: Uitgeverij Eburon (
2020)
Copy
BIBTEX
Abstract
Voor de taalgebruiker spreekt taal vanzelf, maar de taalonderzoeker staat voor raadsels. Woordvormen lijken in niets op hun betekenis. En taalconstructies lijken onlogisch in elkaar te zitten. Toch kunnen we in een enkele zin onze bedoelingen tot in de subtielste nuances duidelijk maken. We hebben geen toegang tot het bewustzijn van de Ander maar kunnen desondanks gedachten met elkaar uitwisselen. We kunnen de werkelijkheid met elkaar bespreken en fictieve werelden met elkaar delen alsof ze toch ergens buiten onszelf bestaan. De taalgebruiker heeft er allemaal geen moeite mee. In De magie van taal brengt Net Koene stap voor stap in kaart wat zich in ons hoofd afspeelt wanneer we naar de Ander luisteren. Ze isoleert taalvormen, woorden, constructies, toonhoogte- en ritmekenmerken die we als informatief herkennen in wat de Ander zegt. Ze laat zien hoe al die vormen systematisch hun eigen bijdrage leveren aan onze voorstelling van waar de Ander het over heeft. De auteur toont deze processen vanuit een denkbeeldig alwetend perspectief, in dit boek Omega genoemd. Binnen dit theoretische kader legt ze per hypothese verband tussen wat in het bewustzijn opkomt en de machinerie van het brein: hoe vormt de wereld van onze zintuigen zich, hoe komt ons voorstellingsvermogen tot stand, hoe transformeert de zintuiglijke wereld in een bespreekbare wereld? En vooral: hoe werkt het dat we de inhoud van ons bewustzijn op dat van de Ander kunnen afstemmen?