SummaryIt is argued that Hugo de Vries's conversion to Mendelism did not agree with his previous theoretical framework. De Vries regarded the number of offspring expressing a certain character as a hereditary quality, intrinsic to the state of the pangene involved. His was a shortlived conversion since after the ‘rediscovery’ he failed to unify his older views with Mendelism. De Vries was never very much of a Mendelian. The usual stories of the Dutch ‘rediscovery’ need, therefore, a considerable reshaping.

The majority of studies on absorptive capacity (AC) underscore the importance of absorbing technological knowledge from other firms to create economic value. However, to preserve moral legitimacy and create social value, firms must also discern and adapt to (shifts in) societal values. A comparative case study of eight firms in the food industry reveals how organizations prioritize and operationalize the societal value health in product innovation while navigating inter- and intravalue conflicts. The value-sensitive framework induced in this article extends AC (...) by explaining how technically savvy, economic value–creating firms diverge in their receptivity, articulation, and reflexivity of societal values. (shrink)

Dr. Willem Meijer [van W. G. van der Tak]--Lijst der in druk verschenen geschriften van dr. W. Meijer. [Door E. E. Eckstein]--Benedicti de Spinoza philosophiæ brevis commentatio.--Extracten uit de jaarverslagen van den secretaris der vereeniging Het Spinozahuis over het tijdvak 1897-1922.--Lijst der in de verslagen van de vereeniging Het Spinozahuis besproken boeken en tijdschriftartikels.

Antisthenes (c. 445- c. 365 BC), was a prominent follower of Socrates and bitter rival of Plato. In this revisionary account of his philosophy in all its aspects, P. A. Meijer claims that Plato and Aristotle have corrupted our perspective on this witty and ingenious thinker. The first part of the book reexamines afresh Antisthenes' ideas about definition and predication and concludes from these that Antisthenes never held the (in)famous theory that contradiction is impossible. The second part of the (...) book argues that Antisthenes' logical theories bear directly on his activities as an exegete of Homer and hence as a theological thinker. Part three, finally, offers innovative readings of Antisthenes' ethical fragments. (shrink)

Een vloeiende lijn, een cirkel, een paar rechte lijnen en daarna een kromme. Om dit voor ons te kunnen zien hebben wij het vermogen van verbeelding nodig. Verbeelding is heel belangrijk voor de mens en is er altijd. In dit boek ligt het accent op de relatie tussen verbeelding en kunst, op verbeelding die visuele beelden schept, geschreven door de filosoof Onno Zijlstra. Een belangrijke rol is in het boek weggelegd voor de achttiende-eeuwse filosoof Immanuel Kant en zijn denken (...) over verbeelding. Met dit boek wil Onno Zijlstra ons verleiden tot kijken, opnieuw kijken en nog eens kijken. (shrink)

This collection of essays explores the meaning of the interpretive turn in the philosophy of the human sciences for a variety of contemporary philosophical debates. While hermeneutics seems to be firmly established as a tradition and methodology in the human sciences, interpretive philosophy seems to be under increasing pressure in recent philosophical trends such as the "posthuman turn," the "nonhuman turn," and the "speculative turn." Responding to this predicament, this book shows how hermeneutics is gaining new force and fresh applications (...) today by bringing together a group of leading interpretive philosophers to address such timely topics as the entanglement of social science, culture, and politics in liberal capitalist societies, the extremism with which some identities are held within those societies, the possibility of genuine, non-relativist dialogue in a "post-truth" era, the nature of the strong moral judgments people tend to make in that era, the significance of interpretation for understanding nonhuman life forms, and the inherently hermeneutic dimension of such practices as work and productive action, testimony and witnessing, and measurement in scientific practice. Updating the Interpretive Turn will be of interest to researchers working in critical social science, social philosophy, ethical theory, environmental philosophy, philosophy of work, philosophy of testimony, philosophy of measurement, and philosophical hermeneutics itself. (shrink)

Beschouwing over Kierkegaards denken over 'de enkeling' in relatie tot kunst, samenleving, media en religie.

Introductie tot de esthetica in de westerse filosofie aan de hand van reflecties op 25 moderne kunstwerken.

Most of us believe that it would be unjust to act with indifference about the plight of future generations. Zipper arguments in intergenerational justice aim to show that we have duties of justice regarding future generations, regardless of whether we have duties of justice to future generations. By doing so, such arguments circumvent the foundational challenges that come with theorising duties to remote future generations, which result from the non-existence, non-identity and non-contemporaneity of future generations. I argue that zipper arguments (...) face several significant challenges. The ought-implies-can challenge points out that because prior generations determine what later generations can transfer, they determine how much they ought to transfer. In addition, both intentional and non-intentional non-compliance can break the chain of duties towards future generations on which zipper arguments rely. Some versions are surprisingly resilient especially in real-world circumstances. This paper does not show that zipper arguments inevitably fail, but all ways forward come at significant theoretical costs. Unless the challenges posed here are met (or shown as irrelevant), theorists of justice cannot side-track the foundational challenges that come with doing intergenerational justice. (shrink)

Ik kan de zeepokken niet vinden. Het is een warme zaterdagnamiddag in september, ik ben net aangekomen op het eiland en loop langs het water in de haven. Ik ben hier bijna twintig jaar niet geweest." In 'Vuurduin' gaat Eva Meijer een week naar Vlieland, op zoek naar wat verdwijnt. Het ecosysteem van de wadden staat onder druk, maar er liggen ook delen van haar eigen geschiedenis op het eiland, stukken tijd die nooit meer terugkomen. Alles verdwijnt natuurlijk: familie, (...) geliefden, huisdieren, gebeurtenissen. En de natuurlijke wereld laat ons zien dat dat erbij hoort - het is de stof waar we uit geweven zijn. Tegelijkertijd verdwijnt de levende wereld waarin dit alles ingebed is zelf in razende vaart: diersoorten sterven uit, ecosystemen gaan eraan, de permafrost smelt, onze winters worden herfst. Met behulp van schrijvers, filosofen, kunstenaars en hond Doris gaat Meijer op zoek naar de juiste woorden voor dit verlies, en voor wat we ertegenover kunnen zetten"--Page 4 of cover. (shrink)

Taal staat in de politiek centraal: in de Tweede Kamer, op social media en in het publieke debat wordt met woorden gestreden. Ook in de filosofie wordt taal steeds met politiek verbonden. Maar wie in staat is tot spreken staat nooit vast: in Black Lives Matter, #MeToo en klimaatmarsen eisen mensen die van oudsher tot zwijgen werden gebracht hun stem op. Stilte kan onderdrukken - soms wordt mensen (en andere dieren) letterlijk hun taal afgenomen, soms figuurlijk. Spreek, zegt de dichter (...) Audre Lorde terecht, je stilte zal je niet beschermen. Maar stilte heeft ook een andere kant: het kan een manier van verzet zijn, een schuilplaats, of deel van een gesprek in de vorm van luisteren en zwijgen. In een wereld waarin steeds harder geschreeuwd wordt moeten we leren af en toe ook stil te zijn. Om de rol van stilte te verkennen en de contouren te schetsen voor nieuwe politieke omgangsvormen, brengt Eva Meijer in 'Verwar het niet met afwezigheid. Over politieke stiltes' de verschillende soorten politieke stiltes in kaart. Ze markeert op originele wijze en met kennis van zaken de morele dilemma's die in het verhitte (social) mediadebat nauwelijks meer ter sprake komen."--Publisher information. (shrink)

This open access book offers four ways to enrich traditional research methods in business ethics. By looking at critical jokes and cartoons on management consultants, their business practice and their clients’ demands, many ethical transgressions in business get addressed. By illustrating and criticizing such transgression, jokes can serve as an example in a theoretical argument, as a prompt to reflect on in an open interview, as a statement to assess in an enquiry or as basis for qualitative content analysis. By (...) adding jokes to the conversation on ethical transgressions in business much depth and honesty can be added, resulting in better research data. Jokes can help to surpass social desirability bias included in answers given in traditional interview settings or enquiries. This book is of interest to consultants, researchers, educators and students in business ethics and management. The book showcases what kind of practical and ethical wisdom is embedded in business jokes and how this knowledge can be made productive in the context of business ethics. (shrink)

"This book contains ideas to develop interdisciplinary and transdisciplinary views on economy and society. It aims to disseminate heterodox ideas on various subjects related to economics and global society. The book is organised in six parts. Part 1 contains the key lectures of Backhaus on the concept of state sciences and of Klamer on the importance of culture for economics. Parts 2- 6 contain successively contributions in the areas of economic paradigms and theories, population and society, corporate issues, environment, and (...) international relations. Examples of the content are: - the changes of family life cycles due to the rise of non-traditional households; - subjective and objective inflation rates after the introduction of the Euro; - the economics of genetic engineering; - the contribution of foreign direct investment to the economic development of host countries; - the inaccuracy of economic models applied in places characterized by extreme income disparities; - the improvement of political and corporate governance; - evolutionary thinking and emission trading; - freedom and order in the European Union; - the reform of social policy in Europe. The book provides interesting creative multi-disciplinary ideas with respect to various topical issues concerning the contemporary global society. It is highly recommended for economists and social scientists in search of broad views on social science and society.". (shrink)

With the help of Kierkegaard and Wittgenstein the problem of image and language and, related to that, the problem of ethics and aesthetics is developed. The train of thought begins with the early Wittgenstein, who can be seen as a ‘logoclast’ - ‘Whereof one cannot speak, thereof one must be silent’ - seeing possibilities for showing the ethical and the religious in art. Via Kierkegaard’s critique of the aesthetic image we then come to a critique of the shared presupposition of (...) ‘logoclasm’ and ‘iconoclasm’, namely that image and language are two separate ways, a right and a wrong one. The critique of this presupposition leads us to Wittgenstein’s later philosophy, where we find a fundamental qualification of the separation of word and image, and to a more complete Kierkegaard, where neither language nor image have exclusive rights. The ways are not separate and it is not true that one of them is right and the other wrong; moreover, there are no two great ways; image and language, both with Wittgenstein and Kierkegaard, are each exceedingly diverse. (shrink)

Moral disengagement was initially conceptualized as a process through which people reconstrue unethical behaviors, with the effect of deactivating self-sanctions and thereby clearing the way for ethical transgressions. Our article challenges how researchers now conceptualize moral disengagement. The current literature is overly liberal, in that it mixes two related but distinct constructs—process moral disengagement and the propensity to morally disengage—creating ambiguity in the findings. It is overly conservative, as it adopts a challengeable classification scheme of “four points in moral self-regulation” (...) and perpetuates defining moral disengagement via a set of eight psychological mechanisms, narrowing our understanding of the phenomenon. To address these problems, we propose to define process moral disengagement intensionally (specifying the necessary and sufficient conditions for correct application of the term) as intrapsychic cognitive reasoning processes through which people selectively reconstrue a moral judgment “behavior B by actor A is morally wrong” and shift it toward becoming “behavior B is not morally wrong” or “actor A is not responsible for behavior B.” This definition achieves disambiguation and increased concept clarity. We leverage the definition to motivate a classification scheme for psychological mechanisms of moral disengagement along two dimensions—reconstruing morality and reconstruing agency—and to initiate an open inventory of psychological mechanisms that specify how process moral disengagement operates. (shrink)

This paper explores the relation between metaethical reflection and value experience, and does so by focusing on robust realism. Robust realism is typically criticized for its ontological and epistemological commitments. In this paper, however, we hope to shed new critical light on the plausibility of the theory by using two concepts – ‘reification’ and ‘alienation’ – that have their origin in critical social theory. We use the concept of ‘reification’ as an interpretative lens to look at robust realism and show (...) that it is reifying in two respects: it turns values into things, and, correspondingly, turns human agents into disengaged observers of those things. This analysis is then used to argue that robust realism is alienating in the sense that it distances us from the world that presents itself to us in value experience, and that it separates us from what we call our engaged responsiveness. We also argue that its alienating effects give us good reason to reject the theory. (shrink)

Morphology and its relevance for systematics is a promising field for the application of biosemiotic principles in scientific practice. Genital coupling in spiders involves very complex interactions between the male and female genital structures. As exemplified by two spider species,Nephila clavipesandNephila pilipes ssp. fenestrata, from a biosemiotic point of view the microstructures of the male bulb’s embolus and the corresponding female epigynal and vulval parts form the morphological zone of an intraspecific communication and sign-interpreting process that is one of the (...) prerequisites for sperm transfer. Hence these morphological elements are of high taxonomic value, as they play an essential role in mating and fertilization and consequently in establishing and preserving a reproductive community. Morphology clearly benefits from a biosemiotic approach, as biosemiotics helps to sort out species-specific morphological characters and to avoid problematic typological interpretations. (shrink)

The complexities of how justice comes to be realized, and by which agents, is a relatively neglected element in contemporary theories of justice. This has left several crucial questions about agency and justice undertheorized, such as why some particular agents are responsible for realizing justice, how their contribution towards realizing justice should be understood, and what role agents such as activists and community leaders play in realizing justice. We aim to contribute towards a better understanding of the landscape of these (...) kinds of questions. First, we argue that theorists should distinguish between (i) agents who are responsible for realizing justice, but not committed to it, (ii) agents who are not responsible for realizing justice, but who are committed to it, and (iii) agents who are both responsible for and committed to realizing justice. Second, we discuss how to incorporate agents of justice more robustly into theorizing about justice. (shrink)

Meyer Cornelis Smit taught history and philosophy in the Free University at Amsterdam for a quarter century. Toward a Christian Conception of History presents the harvest of his scholarly output. The relation between God and history and the problems inherent in articulating that relation in a manner consistent with historic Christian belief and modern ideas of historical existence is the central theme of Smit's writing. Smit discusses the influence of one's world view on the practice and appreciation of history, the (...) significance of the question of the meaning of history as an answer to the a-historical-mindedness of our time, and the fundamental flaw of the modernist theory of knowledge and philosophy of science. (shrink)

Natural language sentences that talk about two or more sets of entities can be assigned various readings. The ones in which the sets are independent of one another are particularly challenging from the formal point of view. In this paper we will call them ‘Independent Set (IS) readings’. Cumulative and collective readings are paradigmatic examples of IS readings. Most approaches aiming at representing the meaning of IS readings implement some kind of maximality conditions on the witness sets involved. Two kinds (...) of maximization have been proposed in the literature: ‘Local’ and ‘Global’ maximization. In this paper, we present an online questionnaire whose results appear to support Local maximization. The latter seems to capture the proper interplay between the semantics and the pragmatics of multi-quantifier sentences, provided that witness sets are selected on pragmatic grounds. (shrink)

We examine to what extent an adequate ontology of technical artefacts can be based on existing general accounts of the relation between higher-order objects and their material basis. We consider two of these accounts: supervenience and constitution. We take as our starting point the thesis that artefacts have a ‘dual nature’, that is, that they are both material bodies and functional objects. We present two criteria for an adequate ontology of artefacts, ‘Underdetermination’ and ‘Realizability Constraints’ , which address aspects of (...) the dual nature thesis. Assessing supervenience accounts, we find them either wanting with respect to these criteria or insufficiently informative. Next, we argue that a recent application of Lynne Rudder Baker’s constitution view to artefacts cannot meet our criteria, although the broader view leaves room for improvement. Based on our evaluation of the most promising candidates, we conclude that so far general metaphysical views fail to address the most salient features of artefacts. Although they can account for the fact that artefacts have a ‘dual nature’, they do not offer the conceptual resources needed to describe the relation between these natures; this relation raises a hard problem in metaphysics.Keywords: Metaphysics; Artefact; Supervenience; Constitution; Underdetermination. (shrink)

The present study investigated relations between personality and values on the one hand and compensation preferences on the other. We hypothesized that HEXACO Honesty-Humility and self-transcendence versus self-enhancement values predict preference for higher relative compensation level and that HEXACO Openness to Experience and openness to change versus conservation values predict preference for compensation variability. Furthermore, we expected perceived utility of money and risk aversion to mediate the respective relations. The hypotheses were tested using a sample of 2,210 employees from a (...) large international organization. The results provided support for the direct and mediated relations between personality and values on the one hand and preferences for compensation variability and level on the other. (shrink)

Papers from a workshop held in 2003, Groningen.

In today’s society, religion as adherence to ‘the law of God’ is often considered inherently violent and a threat to civilization. This volume contains theological and philosophical explorations of clashes as well as disclosures of God and civilization.

This paper systematically compares two frameworks for analysing technical artefacts: the Dual-Nature approach, exemplified by the contributions to Kroes and Meijers , and the collectivist approach advocated by Schyfter , following Kusch . After describing the main tenets of both approaches, we show that there is significant overlap between them: both frameworks analyse the most typical cases of artefact use, albeit in different terms, but to largely the same extent. Then, we describe several kinds of cases for which the frameworks (...) yield different analyses. For these cases, which include one-of-a-kind artefacts and defect types, the Dual-Nature framework leads to a more attractive analysis. Our comparison also gives us the opportunity to respond to Vaesen’s critical paper. We do so by distinguishing two readings of the Dual-Nature framework and pointing out that on the sustainable, weaker reading, Vaesen’s considerations supplement the framework rather than offering an alternative to it.Keywords: Technical artefact; Dual Nature framework; Collectivist framework; Artefact use. (shrink)

One of the goals of computerized tutoring systems is to optimize the learning of facts. Over a hundred years of declarative memory research have identified two robust effects that can improve such systems: the spacing and the testing effect. By making optimal use of both and adjusting the system to the individual learner using cognitive models based on declarative memory theories, such systems consistently outperform traditional methods. This adjustment process is driven by a continuously updated estimate of the rate of (...) forgetting for each item and learner on the basis of the learner's accuracy and response time. In this study, we investigated to what extent these estimates of individual rates of forgetting are stable over time and across different materials. We demonstrate that they are stable over time but not across materials. Even though most theories of human declarative memory assume a single underlying rate of forgetting, we show that, in practice, it makes sense to assume different materials are forgotten at different rates. If a computerized, adaptive fact-learning system allowed different rates of forgetting for different materials, it could adapt to individual learners more readily. (shrink)

THERE'S NO TURN LIKE THE EMPIRICAL TURN Arie Rip Philosophers of technology now turn to the phenomena in order to learn from them - always, and unavoidably, ...

One of the goals of computerized tutoring systems is to optimize the learning of facts. Over a hundred years of declarative memory research have identified two robust effects that can improve such systems: the spacing and the testing effect. By making optimal use of both and adjusting the system to the individual learner using cognitive models based on declarative memory theories, such systems consistently outperform traditional methods (Van Rijn, Van Maanen, & Van Woudenberg, 2009). This adjustment process is driven by (...) a continuously updated estimate of the rate of forgetting for each item and learner on the basis of the learner's accuracy and response time. In this study, we investigated to what extent these estimates of individual rates of forgetting are stable over time and across different materials. We demonstrate that they are stable over time but not across materials. Even though most theories of human declarative memory assume a single underlying rate of forgetting, we show that, in practice, it makes sense to assume different materials are forgotten at different rates. If a computerized, adaptive fact‐learning system allowed different rates of forgetting for different materials, it could adapt to individual learners more readily. (shrink)

This study explores the relationship between moral intensity and the use of different sensemaking strategies in military critical incidents. First, narratives of military personnel were used to select prototypical high/low moral intensity critical incidents. In a follow-up, a scenario study was conducted with active duty military personnel to examine the relationship between moral intensity and the use of sensemaking tactics. This study offers three main conclusions. First, the use of sensemaking tactics is strongly tied to the level of moral intensity (...) in the situation. In high-intense situations, the servicemen draw on previous experiences, prediction of consequences, and help of others to recognize and interpret the situation. Less attention goes out to higher level critical thinking. Thus, it seems that in these critical incidents, the servicemen react without giving room for thorough consideration and deliberation. Second, the number of deployments a serviceman experienced influences the perceived seriousness and harmfulness of the situation negatively in low-intense situations. Finally, and in line with earlier studies, the results indicate that the concept of moral intensity is formed out of three rather than the six dimensions originally proposed by Jones. The implications of these findings are discussed. (shrink)

In this report, the phenomenology of two blind users of a sensory substitution device – “The vOICe” – that converts visual images to auditory signals is described. The users both report detailed visual phenomenology that developed within months of immersive use and has continued to evolve over a period of years. This visual phenomenology, although triggered through use of The vOICe, is likely to depend not only on online visualization of the auditory signal but also on the users’ previous (albeit (...) distant) experience of veridical vision (e.g. knowledge of shapes and visual perspective). Once established, the sensory substitution mapping between the auditory and visual domains is not confined to when the device is worn and, thus, may constitute an example of acquired synaesthesia. (shrink)

Brain imaging studies suggest that truth telling constitutes the default of the human brain and that lying involves intentional suppression of the predominant truth response. By manipulating the truth proportion in the Sheffield lie test, we investigated whether the dominance of the truth response is malleable. Results showed that frequent truth telling made lying more difficult, and that frequent lying made lying easier. These results implicate that the accuracy of lie detection tests may be improved by increasing the dominance of (...) the truth response and that habitual lying makes the lie response more dominant. (shrink)