Abstract
In het eerste deel van deze studie zagen we dat de levensbeschouwelijke idee van een normatieve kosmische wereldorde oorspronkelijk een mythische geloofsidee was, die in vrijwel alle grote godsdiensten voorkwam. In de joodse en christelijke tradities werd deze idee in niet-wetenschappelijke zin geloofsmatig, vanuit het Oude Testament verstaan. Temeer omdat de Schrift op dit punt bepaald niet haaks stond op de algemeen gangbare, religieus-heidense publieke opinie, noch in de tijd van Homerus en Hesiodus, noch in de begintijd van het christendom.89 Vervolgens werden de beide genoemde geloofstradities levensbeschouwelijk, theologisch en wijsgerig verwerkt met hantering van uit het heidendom, voornamelijk uit de Stoa, overgenomen gedachten en denkpatronen