Abstract
Willen de lidstaten kunnen beantwoorden aan de politieke, rechtsstatelijke en sociale ambities van de Europese Unie, dan moet er iets gaan veranderen bij de overheidsstructuur in Brussel, Straatsburg en Luxemburg. Dan moet er weer aandacht komen voor de ‘ziel van Europa’. Vormen de Europese Gemeenschappen, begonnen om oorlog te voorkomen, alleen maar een vrije markt? Is de Europese Unie slechts een geografisch afgebakende ruimte voortgedreven door het grootkapitaal, of is het ook iets meer? Wat delen de burgers van Europa eigenlijk met elkaar? In de EU is het besef doorgedrongen dat het in een club van vijfentwintig lidstaten, die nog onvoldoende is doordrongen van de ‘idee Europa’, belangrijk is om te praten over gemeenschappelijke waarden