Abstract
Als er iéts duurzaam kan worden genoemd, zijn het wel levensbeschouwingen. Vermoedelijk is bij de mens de reflectie op het eigen leven begonnen toen het cognitieve vermogen om te reflecteren ontstond. Rotstekeningen van tienduizenden jaren oud zijn de eerste tastbare aanwijzingen in die richting. En sindsdien is de mensheid blijven reflecteren op zijn eigen bestaan, op de wereld om hem heen, op het firmament erboven en op de samenhang tussen dat alles. Op welk moment daarbij het bovennatuurlijke, spirituele of goddelijke in de reflecties werd betrokken is onbekend, maar zeker ook al duizenden jaren geleden. Wereldbeschouwingen hebben in de regel implicaties voor het menselijk handelen, ze zijn zelden uitsluitend beschouwend van karakter. Ze bevatten bijvoorbeeld impliciete of expliciete opvattingen over de ontologie, de ‘aard der dingen’, ons vermogen om de werkelijkheid te kennen en ze hebben meestal implicaties voor de ethiek